Artikel 43 vragen Centrumplan
We hebben op 10 september vragen gesteld inzake het nieuw te ontwikkelen centrumplanAan:
College van B&W
Postbus 250
6440 AG BRUNSSUM
Brunssum, 10 september 2018
Betreft: Artikel 43 vragen betreffende Centrumplan Brunssum
Geacht college van B&W,
Na goedkeuring door de Brunssumse gemeenteraad voor zowel het bestemmingsplan als de
samenwerkingsovereenkomst voor de ontwikkeling van de ‘Doorsteek ’t Ei’/Centrumplan, zijn de
ontwikkelende en bouwende partijen aan de slag gegaan. De eerste resultaten zijn inmiddels
zichtbaar nu fase 1a afgerond is.
Op dit moment liggen de ontwikkelingen bij het Centrumplan stil. Fase 1b is on hold gezet. En
dat terwijl er voor deze fase een onherroepelijk bestemmingsplan, een onherroepelijk
omgevingsvergunning en contractuele afspraken met de ontwikkelende en bouwende partijen
liggen. Het braakliggend terrein op de locatie van de voormalige Albert Heijn Centrum heeft
zeker geen aantrekkende werking op ons winkelcentrum. Het kan er zelfs voor zorgen dat de
leegstand in ons centrum op korte termijn toeneemt. De Partij van de Arbeid Brunssum staat op
het standpunt dat fase 1b zo snel mogelijk gerealiseerd dient te worden.
Reeds eerder heeft Partij van de Arbeid Brunssum vragen gesteld in het kader van de passieve
informatieplicht (bijlage 1) over het oponthoud en daarmee gepaard gaande kosten. Uit de
daaropvolgende beantwoording (bijlage 2) bleek vervolgens dat er een ingebrekestelling aan
het adres van de gemeente Brunssum ligt van onze contractpartners.
Bovenstaande roept bij ons een aantal vragen op.
Onze vragen:
1. Klopt het dat er bij het project Centrumplan Brunssum een ingebrekestelling ligt aan het
adres van de gemeente Brunssum?
2. Van welke datum is voornoemde ingebrekestelling?
3. Is er vooruitlopend op voornoemde ingebrekestelling al overleg (mondeling of
anderszins) of correspondentie geweest waarin sprake is van een
aansprakelijkheidsstelling of ingebrekestelling, of waaruit geconcludeerd had kunnen
worden dat deze er mogelijk aan zaten te komen?
4. Indien er eerdere of latere correspondentie is, op welke momenten is dit geweest en op
welke manier heeft de gemeente Brunssum hierop gereageerd? Graag inzage in alle
relevante correspondentie aan het adres van het college van B&W en/of
verantwoordelijk portefeuillehouder van de gemeente Brunssum.
5. Om welke bedragen gaat het in voornoemde ingebrekestelling?
6. Indien er een ingebrekestelling ligt, waarom heeft de gemeenteraad tot op de dag van
vandaag nog geen nadere informatie over voornoemde ingebrekestelling ontvangen?
7. Waarom wordt in het antwoord (d.d. 18-7-2018), in reactie op een vraag van de Partij
van de Arbeid Brunssum in het kader van de passieve informatieplicht (d.d. 6-7-2018),
enkel over voornoemde ingebrekestelling gesproken en niet over eerdere
correspondentie of een aansprakelijkstelling?
8. Tijdens de vergadering van de auditcommissie (d.d. 12 juni 2018) gaf de
portefeuillehouder het volgende aan (letterlijk citaat): “Nou laat ik zo zeggen: Er is wel
sprake van dat mensen menen schade te hebben, maar een officiële ingebrekestelling en
aansprakelijkstelling is niet geweest…”
Bent u het met ons eens dat de commissie en de leden van de auditcommissie destijds
onjuist geïnformeerd zijn?
Gezien mogelijke financiële consequenties, risico’s en dus urgentie, gaan wij er vanuit dat u ons
op zo kort mogelijke termijn antwoorden op bovenstaande vragen laat toekomen.
In afwachting van uw reactie,
Haico Offermans Merle van Leusden-Brüning
(Fractievoorzitter) (Raadslid)